Kernen van Geldermalsen

Tricht

Thrinniti

In een giftbrief uit 850 komt de plaats Tricht al voor onder de naam Thrinniti (Oork. St. Utr., nr. 327) en verder wordt Tricht in 1129 vermeld bij de stichting van de abdij Mariënweerd. De kerk in Tricht, van ouds aan St. Pieter gewijd, is ontstaan uit een kapel, aldaar gesticht in 1315, binnen de parochie van Buurmalsen (Berkelbach, Regesten, nr. 327). In 1389 werd deze tot parochiekerk verheven.


Het Huis Crayestein

Van oorsprong moet de herkomst van dorpswapens worden gezocht bij het wapen van de oudst bekende Heer van het betreffende dorp (veelal te vinden in de 12e tot 14e eeuw). Voor wat Tricht betreft ligt er in dit geval in relatie met het Huis Crayestein. Het eigenlijke, oorspronkelijke Crayestein bestaat niet meer. Wat nu die naam draagt is een woonhuis dat volgens de ingemetselde steen naast de voordeur, na sloop van het oude Crayestein, op diezelfde plek in 1855 is gebouwd door Jan van Reekum, de toenmalige bewoner en eigenaar.


Slechts overgebleven is het op een dam gelegen poortgebouw "de poort of duyffhuys en vlugt van duyven daar op" zoals het in een koopakte van 1737 wordt beschreven. Het oorspronkelijke Crayestein is nooit een kasteel geweest. Men zou het beter kunnen omschrijven als een versterkt huis. Al in 1342 komen we ene Herberen van Crayestein tegen, die de visserij van Giessenmonde en Oversliedrecht pacht van het klooster Mariënweerd (Cartularium Mariënweerd nr. 511). Het is echter niet met zekerheid te zeggen dat hij ook daadwerkelijk aan het Trichtse Crayestein verbonden was. Uit te sluiten valt dat echter evenmin.


Rond diezelfde tijd moet ook de aanzienlijke familie Van Tricht in deze omgeving hebben gewoond. Ten behoeve van de overleden ridder Gozewijn van Tricht en zijn vrouw, stichtte hun verwant Gijsbrecht van Tuyll in 1345/46 voor hen en zichzelf een altaar of vicarie in de Trichtse kerk, die toen nog kapel was (Heeringa, ook Arch. Nass. Dom. II, I, blz. 49, nr. 185). Wellicht was met Gozewijn zijn geslacht in mannelijke lijn uitgestorven. Ook hier ontbreekt een aantoonbare relatie met Crayestein.


De eerst bekende bezitter van Crayestein was Margriet van Buren, weduwe van Gosen van Honseler die in 1515 werd beleend (repertorium op het leenregister van het Graafschap Buren). Met een grote mate van waarschijnlijkheid is nog ene Aert van den Steyne (Crayesteyn ?) haar voorgegaan. Hij treedt voor Tricht op in de Lingebrief van 1456 en komt voor in het leenregister van Gelre onder het hoofdstuk Burense lenen als bezitter van een hofstad en goed "an den Boellick" te Tricht in 1470/1473. Afgezien van de vraag of deze eerste bewoners van Crayestein een eigen wapen voerden staat het vast, dat het thans bekende dorpswapen van Tricht overeen komt met het familiewapen Van Buchel, hetgeen wordt bevestigd in Rietstap's "Armorial Général" en de collectie Van Spaen (inv. nr. 182).


Het geslacht Van Buchel

Jonker Emond van Buchel was stadhouder en drost van het land van Buren. Hij overleed, 85 jaar oud, te Tricht op nieuwjaarsdag van het jaar 1548. Van zijn 13 kinderen verkreeg zijn zoon Emond het bezit van Crayestein. Volgens een oude kroniekschrijver "hylicte hij aen joffr. Margarete van Veen van Campe ende woonde te Tricht op sijn huys Crayesteyn, daer hij affvluchtende soo sijn peert quam te struykelen, daerlick van de Spaengiaerts is vermoort, achterlatende syne huysfrouw met 3 kynderen seer beswaert. Sy sterf seer oud tot Isselsteyn 1632". Diens zoon, weder Emond geheten, bewoonde Crayestein en was hofmeester van de graaf van Buren. Bij de inhuldiging van Philips Willem van Oranje als graaf van Buren, vervulde deze Emond van Buchel, heer van Crayestein, een voorname rol. Hij heeft echter zijn leengoed niet kunnen behouden, maar gaf het aan de leenheer, de graaf van Buren terug. Hij moest niet alleen zijn huis van de hand doen, maar ook een hofstad met 4,5 morgen land genaamd "de Oevele Raam" en 11 hont land aan de Middelweg "Op de weye". In Tricht bestaan nog de Raamweg en de Weistraat.


De graaf van Buren gaf het goed toen aan Jkr. Emond Gruyter. Zijn moeder was Anna van Buchel, een kleindochter van Emond van Buchel I, zodat het toch nog in de familie bleef. Zijn eerste vrouw was Jkvr. Judith van Zuylen van Neyevelt. Hun beider wapens sierden lange tijd het poortgebouw (zie J. Belonje in Gelre, Bedragen en Mededelingen, 1944, 41 en R.F.P. de Beaufort en Herma M. van den Berg, De Monumenten van Geschiedenis en Kunst in de Betuwe, 1968, 142). Het wapen van Judith van Zuylen van Neyevelt leeft tot in deze dagen nog voort als "het wapen van Buurmalsen" (zie hiervoor de gelijknamige uitgave).


Windhoos

Het dorp Tricht kreeg in een heel wat recenter verleden nationale en internationale bekendheid als gevolg van een tragische gebeurtenis. Op 25 juni 1967 werd het namelijk getroffen door een krachtige windhoos. Daarbij werden 50 huizen totaal vernietigd en 150 huizen zwaar beschadigd. Nadat het natuurverschijnsel was uitgeraasd vielen er 5 doden en 20 gewonden te betreuren. De ravage was enorm.


De zwaar getroffen bevolking werd een hart onder de riem gestoken door een bezoek van Hare Majesteit Koningin Juliana en Prins Bernhard deed als voorzitter van het Nationaal Rampenfonds een dringend beroep op de Nederlandse bevolking om hulp te bieden. Later gaven ook premier De Jong en minister Schut blijk van hun belangstelling en medeleven. In het huidige Tricht herinneren nog een gedenkteken en de ‘25-Junistraat’ aan deze zwarte dag.


Deze pagina is mogelijk gemaakt door de inbreng van: Gemeente Geldermalsen